Teelt van eiwitrijke gewassen verdient centrale plek in landbouwakkoord
Henk Janknegt, voorzitter van de productenorganisatie Eiwitboeren van Nederland, is een ambitieuze akkerbouwer. Hij weet dat de teelt van eiwitrijke gewassen, zoals veldbonen en lupine, op dit moment voor boeren nog te weinig oplevert. Maar hij weet ook dat deze vlinderbloemigen een enorme bijdrage leveren aan het binden en reduceren van stikstof. En aan de kwaliteit en de vitaliteit van de bodem. En hij ziet dat de vraag naar plantaardige eiwitten en naar producten van eigen bodem enorm toeneemt. Als je al deze ontwikkelingen samen neemt dan is er voor hem maar één conclusie: de teelt van eiwitrijke gewassen biedt boeren in ons land in de komende jaren enorme kansen. Mits de overheid en grote ketenspelers doen wat van hen in deze tijden van grote transities verwacht mag worden.
Groeikansen
Janknegt: ‘waar deze gewassen nu op ca 1000 ha landbouwgrond worden geteeld zie ik kansen om dat areaal in de komende 5-10 jaar fors te laten groeien naar zo’n 50.000 ha. Dat is zo’n 10% van het akkerbouwareaal in ons land. Deze teelt is één van de routes naar nieuw perspectief voor boeren waar we nu zo hard naar op zoek zijn. ’ Janknegt is niet alleen ambitieus. Hij is ook een nuchtere boer. Als geen ander weet hij dat vooral de vraag naar plantaardige eiwitten, geteeld op Nederlandse bodem en voor menselijke consumptie, omhoog moet. En dat ook de veredeling van de gewassen extra aandacht behoeft. Maar met zoveel voordelen en zoveel kansen is het toch ondenkbaar dat ketenpartijen en de overheid dit laten passeren.
Landbouwakkoord
Om te beginnen zouden deze kansen een centrale plek moeten
krijgen in het Landbouwakkoord waar nu aan gewerkt wordt. Janknegt verwacht van
LTO, Agractie en NAJK dat zij zich hiervoor in het belang van hun leden sterk
zullen maken. Maar ook de industrie en supermarkten die door de politiek zo
nadrukkelijk worden gevraagd om een niet-vrijblijvende bijdrage aan perspectief
voor boeren hebben een rol en een verantwoordelijkheid. Grote verwerkers als
Avebe en Cosun met toegang tot grote afzetmarkten hebben hier in de ogen van
Janknegt een belangrijke taak. Als coöperaties van akkerbouwers kunnen zij deze
kansen voor hun telers toch niet negeren, zo redeneert hij. En ook de
supermarkten kunnen de afzet van in Nederland en duurzaam geteelde eiwitrijke
gewassen veel beter stimuleren. Consumenten zijn immers steeds meer op zoek
naar duurzame en gezonde producten van eigen bodem. Daarnaast heeft de overheid
een taak: waarom krijgen boeren in landen als België en Duitsland wel een
stevige subsidie voor de teelt van vlinderbloemigen en doet Nederland dit
niet?
Producentenorganisate
Kortom, de nuchtere Janknegt kan zich niet voorstellen dat met zoveel voordelen de eiwitrijke gewassen in Nederland niet een goede toekomst tegemoet gaan. Natuurlijk moeten politiek, belangenbehartigers en afzetkanalen hiervoor in beweging komen. Janknegt ziet in de markt al de eerste signalen die een keer ten goede inhouden. Met zijn producentenorganisatie, waar inmiddels de eerste 50 akkerbouwers bij zijn aangesloten zal hij de komende periode veel van zich laten horen om al deze kansen ook daadwerkelijk te verzilveren.
De Transitiecoalitie Voedsel zal de Eiwitboeren van Nederland hier graag bij helpen. De ambities van Janknegt passen immers perfect bij de landbouw- en eiwittransitie die momenteel gaande is.